-
1 projection
-
2 amorce
amorce [aamors]〈v.〉1 slaghoedje ⇒ ontsteking(smiddel), klappertje2 aanzet ⇒ aanloop, begin4 (lok)aas♦voorbeelden: -
3 recette
recette [rəset]〈v.〉♦voorbeelden:ne plus faire recette • het niet meer doenf1) recept2) middel, methode3) opbrengst4) inning -
4 faire recette
faire recettesucces hebben 〈van film e.d.〉 -
5 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
6 tourner
tourner [toernee]3 veranderen ⇒ een loop, wending nemen♦voorbeelden:faire tourner un disque • een plaat draaienfaire tourner une usine • een fabriek draaiende houdenfaire tourner la tête • duizelig makenfaire tourner les tables • de tafels doen dansenla tête lui tourne • het duizelt hem, hij is duizeligqu'est-ce qui ne tourne pas rond? • wat schort er aan?tourner rond • goed lopen, goed draaientourner autour d' une femme • een vrouw proberen te versierenla conversation tournait autour de la crise économique • het gesprek had de economische crisis tot onderwerptourner à droite, sur sa droite • rechtsaf slaantourner dans une rue • een straat inslaan3 tourner mal • een verkeerde wending nemen, slecht aflopenelle a mal tourné • ze is op het verkeerde pad geraaktla discussion tourne à la violence • de discussie loopt uit op gewelddadighedenle temps tourne au beau • het wordt mooier weer4 silence, on tourne • stilte, opnameII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 draaien ⇒ omdraaien, bewerken2 roeren4 richten ⇒ wenden, draaien♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tourner et retourner un problème dans sa tête • een probleem van alle kanten bekijken2 zich richten ⇒ zich wenden, zich keren♦voorbeelden:1. v1) draaien5) zuur worden [melk]6) roeren7) omslaan [bladzijde]8) richten9) om [iets] heen lopen10) omzeilen2. se tournerv2) zich richten -
7 bout
bout [boe]〈m.〉3 stukje ⇒ eindje, deeltje♦voorbeelden:1 manger du bout des dents • met lange tanden eten, kieskauwenrire du bout des dents, des lèvres • flauwtjes lachensavoir, connaître qc. sur le bout du doigt • iets op z'n duimpje kennenavoir de l'esprit jusqu'au bout des doigts, des ongles • heel geestig zijnbout filtre • filtermondstukavoir un mot sur le bout de la langue • een woord voor op de tong hebben liggenparler du bout des lèvres • prevelenle bout du nez • het topje van de neusse laver le bout du nez • een kattenwasje doenne pas voir plus loin que le bout de son nez • niet verder kijken dan zijn neus lang ismener qn. par le bout du nez • iemand naar zijn pijpen laten dansenle bout de l'oreille • het tipje van het oormontrer le bout de l'oreille • zich verradenle bout du sein • de tepeltenir le bon bout • op de goede weg zijnjoindre les deux bouts • de eindjes aan elkaar knopenbout à bout • tegen elkaar aanmettre bout à bout • aaneenvoegenpousser qn. à bout • iemand razend, radeloos makenà tout bout de champ • om de haverklaptirer à bout portant • van heel dichtbij schietend' un bout à l'autre • van het begin tot het eindede bout en bout • van het begin tot het eindeon ne sait par quel bout le prendre • je weet niet hoe je met hem om moet gaanêtre à bout de nerfs • op zijn van de zenuwenêtre à bout • ten einde raad zijnmener à bout • tot een goed einde brengenma patience est à bout • mijn geduld is opvenir à bout de qc. • iets klaarspelen, bolwerkenvenir à bout d'un travail • een karwei klarenvenir à bout de qn. • iemands weerstand brekenau bout de • aan het einde van, na afloop van, na〈 figuurlijk〉 au bout du compte • per slot van rekening, tenslottejusqu'au bout des ongles • door en door, op-en-topaller jusqu'au bout • tot het uiterste (door)gaan, doorzetten〈 film〉 bout d'essai • screentest, proefopnameun bout d'homme • een klein mannetjeun bout de lettre • een kort briefjeun bon bout de temps • een flinke tijdfaire un bout de toilette • een kattenwasje doendu bout des doigts • héél voorzichtigm1) einde2) uiteinde, top, punt3) afloop, verloop4) stukje, eindje -
8 casser
casser [kaasee]→ passerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ stukmaken, stukslaan, inslaan♦voorbeelden:casser du bois • hout hakkenle ressort est cassé • hij, zij is innerlijk gebrokença ne casse rien • dat is niet veel bijzondersil ne casse rien • ik ben niet bijzonder onder de indruk van hemce travail me casse la tête • ik word gek van dat werktu nous les casses • schei uit met je gezeikfilm à tout casser • buitengewone filmil conduit sa voiture à tout casser • hij rijdt plankgasça vous coûtera dix francs à tout casser • dat zal u hoogstens tien frank kostenrire à tout casser • keihard lachensans en casser une • zonder een woord♦voorbeelden:1. v1) breken, stukgaan2) stukslaan3) annuleren [vonnis]4) ontslaan, afzetten, degraderen5) onderbreken6) kraken, inbreken2. se casservaftaaien, er vandoor gaan -
9 plan
plan1 [plã]〈m.〉1 vlak2 plan ⇒ schets, ontwerp4 plan ⇒ schema, opzet, schets♦voorbeelden:plan d'eau • watervlakau premier plan • op de voorgrond, vooraanhomme de tout premier plan • belangrijk, vooraanstaand manau second plan • op de achtergrondplan tangent • raakvlaksur le plan de • op het gebied vansur le plan politique • op politiek gebied, in politiek opzichtsur tous les plans • in alle opzichtensur le même plan • op hetzelfde niveau, op één lijnlever, dresser, tracer un plan • een schets, plattegrond van iets maken, iets in kaart brengenplan d'épargne sur salaire • spaarloonregelingplan d'occupation des sols • bestemmingsplantirer des plans sur la comète • luchtkastelen bouwen〈 België〉 tirer son plan • zich er doorheen slaan, zich reddenlaisser qn. en plan • iemand in de steek laten, laten staan5 en gros plan, en premier plan • van dichtbij, in close-up————————plan2 [plã]1. m1) vlak2) ontwerp, schets3) plattegrond4) sequentie [film]2. adjvlak, plat, effen -
10 plateau
plateau [plaatoo]〈m.〉1 (presenteer)blad ⇒ koffie-, theeblad♦voorbeelden:les hauts plateaux • het hooglandplateau d'un tourne-disques • draaitafel van een platenspelerm1) presenteerblad, dienblad2) plateau, hoogvlakte3) set [film]4) studio [tv]5) toneel [theater]6) schijf, boord [techniek] -
11 tour
tour [toer]I 〈m.〉1 omloop ⇒ omwenteling 〈bijv. van een wiel〉 ⇒ omdraaiing, slag 〈 van een schroef〉 ⇒ toer 〈 van een motor〉2 omtrek ⇒ omvang, rand4 ommetje ⇒ toertje, trip, uitje6 kunststuk ⇒ kunstgreep, truc, kunstje♦voorbeelden:tour de valse • walsjequarante-cinq tours • single, vijfenveertig toeren plaattrente-trois tours • drieëndertig toeren plaat, langspeelplaatdonner un tour de clé • even afsluitenfermer la porte à double tour • de deur op het nachtslot doenen un tour de main • in een handomdraai2 tour de cou • bontje; sjaaltour de poitrine • borstomvang, -wijdtetour de taille • taille(omvang)tour de ville • rondweg, randwegtour des yeux • oograndfaire un tour d'horizon • een algemeen overzicht gevenle tour du monde • reis om de wereldfaire le tour des invités • met alle gasten een praatje makenfaire faire le tour du propriétaire • 〈 iemand〉 zijn huis laten zien; 〈 gasten〉 rondleiden door zijn landgoedfaire le tour de qc. • rondom iets lopen, ergens de ronde doenfaire le tour d'une question • een kwestie van alle kanten bekijkenil a fait le tour des choses • hij weet hoe het in de wereld toegaat5 tour de garde • dienstrooster, wachtpasser son tour • zijn beurt voorbij laten gaan, passen 〈 kaartspel〉chacun son tour • ieder op zijn beurt〈 figuurlijk〉 à tour de rôle • om beurten, om de beurtc'est à son tour • hij is aan de beurtplus souvent qu'à son tour • vaker dan gepast is, wastour à tour • om beurten, beurtelingstour d'adresse, de passe-passe • handigheid(je), goocheltoeravoir plus d'un tour dans son sac • niet voor één gat te vangen zijn7 tour de cochon • smerige streek, rotgeintjetour pendable • gemene streekcela va vous jouer des tours • dat zou wel eens slecht voor u kunnen aflopenjouer un (mauvais) tour à qn. • iemand erin laten lopenprendre un tour • een wending, keer nementour d'esprit • ziens-, denkwijzetour de main • handigheid, vaardigheidtour de reins • spittour de scrutin • verkiezingsrondetour de table • forumdiscussie, brainstormingà tour de bras • met volle kracht, uit alle macht 〈 ook figuurlijk〉II 〈v.〉1 toren♦voorbeelden:la tour Eiffel • de Eiffeltorentour de guet • uitkijktorentour d'ivoire • ivoren toren————————tour (de phrase)1. m1) omloop2) omwenteling3) toer4) omtrek5) rondreis6) wandeling7) beurt8) truc9) streek, poets10) wending, ontwikkeling11) kronkeling12) draaibank2. f1) toren2) torenflat3) kasteel -
12 version
-
13 grain
grain [grẽ]〈m.〉2 bolletje ⇒ kraal, kern, pil4 zaad♦voorbeelden:séparer, trier le bon grain de l'ivraie • het kaf van het koren scheidencafé en grains • ongemalen koffie(bonen)grain de poussière • stofje, vuiltjegrain de sable • zandkorrelmettre son grain de sel • z'n neus in andermans zaken steken; zijn zegje doen, een duit in het zakje doengrain d'un cuir • nerf van een leersoortpeau à gros grains • huid met wijde poriënsans grain • effen, glad→ pouletm1) graankorrel2) bolletje3) graan4) zaad5) ruwheid6) greintje7) stortbui8) rukwind, vlaag [schip] -
14 développement
développement [deevlopmã]〈m.〉5 (het) uitpakken ⇒ (het) uitvouwen, (het) ontrollen♦voorbeelden:1. m1) ontwikkeling, groei3) (het) ontwikkelen [film]5) versnelling [fiets]2. développementsm pl -
15 distribution
distribution [diestriebuusjõ]〈v.〉2 bezorging ⇒ (post)bestelling, levering4 indeling ⇒ rangschikking, inrichting♦voorbeelden:usine de distribution des eaux • waterleidingbedrijfdistribution d'un film • rolverdeling in een filmdistribution des films • filmverhuurf1) verdeling2) bezor-ging, levering3) uitreiking [prijs]4) indeling5) distributie, handel -
16 extérieur
extérieur1 [eksteerjur]〈m.〉♦voorbeelden:de l'extérieur • van buitenafjuger de l'extérieur • als buitenstaander oordelen————————extérieur2 [eksteerjur]1 buiten-2 uitwendig ⇒ buiten, buitenst, uiterlijk, zichtbaar♦voorbeelden:point extérieur à un cercle • punt dat buiten een cirkel ligtconsidérations extérieures au sujet • overwegingen die niets met het onderwerp te maken hebben2 boulevard extérieur • ringweg, ceintuurbaanle monde extérieur • de buitenwereldsurface extérieure • buitenkant1. m1) buitenkant2) uiterlijk3) buitenland4) buitenwereld5) buitenopname [film]2. adj1) buiten-2) uiterlijk, buitenste3) buitenlands -
17 intérieur
intérieur1 [ẽteerjur]〈m.〉1 binnenste ⇒ inwendige, binnenkant♦voorbeelden:à l'intérieur • binnenà l'intérieur de • (binnen)inde, par l'intérieur • van binnenuitqn. qui est tourné vers l'intérieur • een in zichzelf gekeerd iemand————————intérieur2 [ẽteerjur]1 binnen-3 inwendig♦voorbeelden:1 cour intérieure • binnenhof, binnenplaatsmer intérieure • binnenzee→ for1. m1) binnenkant2) interieur3) binnenland4) binnenopname5) binnenspeler [sport]2. adj1) binnen-2) innerlijk3) inwendig4) binnenlands -
18 tout
tout1 [toe]〈m.〉1 geheel ⇒ totaal, alles2 hoofdzaak ⇒ (het) belangrijkste, voornaamste♦voorbeelden:risquer le tout pour le tout • alles op het spel zetten(ne) … (pas) du tout • helemaal niet, absoluut nietdu tout • helemaal nietdu tout au tout • helemaal, volledig————————tout2 [toe],1 (ge)heel ⇒ volledig, een en al3 〈 elliptisch〉(bestemd, geschikt) voor ieder(e) ⇒ met alle …, van alle …♦voorbeelden:en toute simplicité • in alle eenvoudil est toute simplicité • hij is een en al eenvoud, hij is de eenvoud zelvetout le temps • voortdurend, aldoor, altijd2 tout un chacun • een ieder, iedereentous (les) deux • allebei, alle tweetous les deux jours • om de andere dagtout ce qu'il y a de gens connus • alle bekende mensenc'est sérieux? tout ce qu'il y a de plus sérieux • echt waar?, honderd procent serieus, ik meen het echt(film) tous publics • (film) voor ieder publiek, voor een breed publiekvéhicule tous terrains • terreinwagen, -voertuig, jeeppour tout (bagage) • als enige (bagage)————————tout3 [toe],1 alles ⇒ allemaal, allen, iedereen♦voorbeelden:avoir tout de • alle eigenschappen hebben vanpour tout dire • al met alc'est tout dire • daarmee is alles gezegdce sera tout pour aujourd'hui • daar zullen we het vandaag bij latentous (au)tant que nous sommes • wij allen, zonder uitzonderingaprès tout • tenslotte, alles welbeschouwden tout et pour tout • niet meer dan, alles bij elkaarenvers et contre tous • tegen iedereenpar-dessus tout, au-dessus de tout • bovenal, vooralvoilà tout • dat is alles¶ comme tout • heel erg, vreselijket tout • en zo, en wat dies meer zijet tout et tout • enzovoort, enzovoort————————tout4 [toe]〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer, bijzonder, helemaal3 geheel en al ⇒ een en al, niets dan♦voorbeelden:1 tout juste • nog maar net, op het nippertjeêtre tout yeux, tout oreilles • een en al oor, vol aandacht zijnc'est tout un • dat is precies hetzelfdetout aussi grand que • (precies) even groot alsêtre tout à ses projets • helemaal opgaan in zijn, haar plannentout à vous • geheel tot uw beschikking, tot uw dienst¶ tout d'abord • allereerst, voor allestout enfant, tout gosse • als kind al …tout à fait • helemaal, preciestout au moins • op z'n (aller)minsttout au plus • hoogstensle tout dernier, premier • de allerlaatste, allereersteà tout jamais • voor altijdtout de même • tochtout en marchant, il m'a raconté • terwijl we liepen, onder het lopen vertelde hij metout en étant riche, il vit très simplement • hoewel hij rijk is, leeft hij erg eenvoudigtout riche que je suis • hoe rijk ik ook ben1. m1) geheel, totaal2) hoofdzaak3) heelal2. tout, tous, toutespron1) alles2) allemaal, iedereen3. tout, toute, tous, toutesadj1) geheel, volledig2) elk, ieder3) bestemd voor4. adv1) heel, erg, helemaal2) zuiver3) geheel en al -
19 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
20 monter
monter1 [mõtee]〈m.〉————————monter2 [mõtee]2 instappen ⇒ opstappen, gaan (zitten) in, gaan (staan) op♦voorbeelden:monter sur, à un arbre • in een boom klimmenla mer monte • het wordt vloedle ton monte • het gesprek raakt verhitmonter de 10 pour cent • met 10 procent stijgenles larmes lui montaient aux yeux • de tranen schoten haar, hem in de ogenle vin lui monte à la tête • de wijn stijgt haar, hem naar het hoofdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bestijgen ⇒ beklimmen, opgaan3 naar boven brengen ⇒ omhoog halen, optrekken5 uitrusten ⇒ geheel voorzien van, inrichten6 plaats nemen in, op ⇒ instappen in♦voorbeelden:v1) klimmen, naar boven gaan2) instappen3) toenemen4) opstijgen6) paardrijden9) reiken (tot)10) bestijgen11) hoger plaatsen13) in elkaar zetten14) uitrusten, inrichten15) dekken [koe]16) opkloppen [eiwit]17) hoger stemmen [muziek]18) ophitsen
См. также в других словарях:
Ludwig van (Film) — Filmdaten Deutscher Titel Ludwig van Produktionsland Deutschland … Deutsch Wikipedia
Van Helsing (film) — Van Helsing Theatrical release poster Directed by Stephen Sommers Produced by … Wikipedia
Van helsing (film) — Pour les articles homonymes, voir Van Helsing. Van Helsing Réalisation Stephen Sommers Acteurs principaux Hugh Jackman Kate Beckinsale Richard Roxburgh David Wenham Shuler He … Wikipédia en Français
Van Gogh (disambiguation) — Van Gogh or van Gogh may refer to:People* Vincent van Gogh (1853 ndash;1890), Post Impressionist Dutch painter * Theo van Gogh (art dealer) (1857 ndash;1891), art dealer and brother of Vincent van Gogh * Theo van Gogh (film director) (1957… … Wikipedia
Van Gogh (film) — Van Gogh (film, 1991) Pour les articles homonymes, voir Van Gogh (homonymie). Van Gogh est un film français de Maurice Pialat sorti en 1991. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche tec … Wikipédia en Français
Van gogh (film, 1991) — Pour les articles homonymes, voir Van Gogh (homonymie). Van Gogh est un film français de Maurice Pialat sorti en 1991. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche tec … Wikipédia en Français
VAN LEER, LIA — (1924– ), founder of the Jerusalem Cinematheque and Jerusalem Film Center. Van Leer was born in Bessarabia, Romania, and immigrated to Israel in 1940. In 1955 she established, together with her husband, Wim van Leer (who died in 1992), the Israel … Encyclopedia of Judaism
Van Helsing (disambiguation) — Van Helsing is a character in Dracula media.Van Helsing may also refer to: * Van Helsing (film), a 2004 action/horror film **Gabriel Van Helsing, a character in Van Helsing media ** Van Helsing (video game), a video game based on the 2004 film ** … Wikipedia
Van Halen (Album) — Van Halen Studioalbum von Van Halen Veröffentlichung 1978 (CD: 1984[1]) Label … Deutsch Wikipedia
Van Wilder 3: Freshman Year — est un film américain réalisé par Harvey Glazer, sorti en 2009 en DVD. Synopsis Van Wilder entame sa première année à la faculté de Coolidge, la même faculté d où son père est reparti diplôme en poche, ainsi que son grand père et ainsi de suite … Wikipédia en Français
Film Contenant Un Film — Cet article porte sur les films de fiction – il exclut donc les documentaires – dans lesquels apparaissent des extraits d autres films, réels ou imaginaires. (NB : dans chaque paragraphe, les films sont classés chronologiquement) Sommaire 1… … Wikipédia en Français